De groeiende roep om duurzaamheid en biologische producten ontgaat ook de wijnwereld niet. Wijnboeren moeten aan een eisenpakket voldoen, om in aanmerking komen voor het keurmerk ‘biologisch’. Er moet in de wijngaarden volledig worden gewerkt zonder chemische bestrijdingsmiddelen, geen kunstmest en met zo min mogelijk onnatuurlijke middelen. Het materiaal dat in de wijngaarden wordt gebruikt is dus organisch. Het staat in biologische wijnbouw centraal dat er milieuvriendelijk wordt geproduceerd en daarom wordt er vaak toevlucht gezocht tot het gebruik van ‘natuurlijke vijanden’ voor de bestrijding van plagen en ziekten. Om in aanmerking te komen voor het Europese keurmerk voor biologische wijn, moeten wijnboeren laten zien de standaard minstens drie jaar te kunnen handhaven. Het nadeel is dus een grote kostenpost voor rekening van de wijnboer, voordat het wijnhuis gecertificeerd biologisch is.